Antwoorden Kamervragen op BTW zonnepanelen bij scholen
Hieronder treft u de antwoorden aan op diverse vragen over BTW zonnepanelen bij scholen.
Hier treft u de link aan naar het originele document in .pdf.
Vragen van de leden Van der Lee en Snels (beiden GroenLinks) aan de staatssecretaris van
Financiën en de minister van Economische Zaken en Klimaat over scholen die in de clinch liggen
met de Belastingdienst over zonnedaken.
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Scholen liggen in de clinch met de belastingdienst over zonnedaken’, uit het
Friesch Dagblad van 28 december 2019?
Antwoord vraag 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de op 19 juni 2018 aangenomen motie Van der Lee en Dik Faber 2), waarin de
regering werd verzocht het initiatief van de Stichting Schooldakrevolutie onder de aandacht te
brengen van scholen en gemeentes en te betrekken bij de programma’s voor aardgasloze wijken
en voor schaalvergroting in de verduurzaming van scholen?
Antwoord vraag 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom scholen net als particuliere zonnepaneelbezitters gezien worden als
energieleveranciers en daardoor de btw mogen aftrekken van de aanschaf van de panelen, en
waarom scholen vervolgens niet zoals particulieren onder de zogeheten kleineondernemersregeling
vallen (die geen btw-opgave meer hoeven te doen), maar volgens de wet geen economische
diensten leveren en daarom niet vallen onder winstgevende bedrijven, waardoor ze over de stroom
die ze aan het net terugleveren btw dienen te betalen aan de Belastingdienst?
Antwoord vraag 3
Zonnepaneelhouders leveren stroom aan het elektriciteitsnet. Hiervoor krijgen ze een vergoeding
van de energiemaatschappij. Op grond van het Fuchs-arrest van het Europese Hof van Justitie
(20 juni 2013, nr. C-219/12) hebben ze dan te gelden als ondernemer voor de btw. Dit betekent
dat ze btw zijn verschuldigd over de vergoeding die ze ontvangen voor de geleverde stroom.
Voorheen konden alleen particuliere zonnepaneelhouders buiten deze btw-verplichting blijven
omdat de kleineondernemersregeling (“KOR”) was voorbehouden aan natuurlijke personen.
Sinds 1 januari 2020 geldt de nieuwe KOR ook voor rechtspersonen zoals scholen. Scholen kunnen
de KOR toepassen als de belaste omzet (exclusief de vrijgestelde of onbelaste onderwijsomzet) op
jaarbasis niet meer bedraagt dan € 20.000. Scholen die alleen in de btw-heffing worden betrokken
vanwege de belaste netleveringen, zullen in de regel onder deze grens blijven en zich kunnen
aanmelden. De school is dan vrijgesteld van btw en administratieve verplichtingen voor de
stroomleveringen aan het net.
Daar staat tegenover dat de school bij toepassing van de KOR geen recht op aftrek van
voorbelasting heeft. Net als bij particuliere zonnepaneelhouders is het mogelijk om voor het jaar
van aanschaf btw af te dragen en aangifte te doen en pas daarna de KOR toe te passen. De school
heeft dan recht op aftrek van de btw op de aanschaf van de zonnepanelen, voor zover deze worden
gebruikt voor de met btw belaste stroomleveringen aan het net. Een overgang naar de KOR tijdens
de vier jaar na het jaar van aanschaf kan leiden tot een herziening (dat wil zeggen een
terugbetaling) van de eerdere aftrek. De herziening die aan het eind van ieder van deze jaren is
verschuldigd bedraagt op jaarbasis 1/5 van de initiële aftrek, maar is niet aan de orde als dit
bedrag onder de herzieningsdrempel van € 500 blijft. Bij overschrijding van deze drempel, wat zich
kan voordoen bij een grote investering in veel zonnepanelen, kan ervoor worden gekozen om de
KOR pas toe te passen vanaf het vijfde jaar na het jaar van aanschaf.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel inkomsten de Staat eventueel zou derven als scholen voortaan wel
zouden worden vrijgesteld van het afdragen van btw over het terugleveren van stroom aan het
elektriciteitsnet?
Antwoord vraag 4
De btw die door scholen wordt voldaan over de levering van stroom aan het elektriciteitsnet vormt
voor de Staat per saldo geen opbrengst. Deze btw is namelijk aftrekbaar bij de
energiemaatschappij. Een vrijstelling voor scholen ter zake van de levering van stroom aan het
elektriciteitsnet betekent derhalve geen inkomstenderving voor de Staat. Er is eerder sprake van
een opbrengst, omdat een dergelijke vrijstelling ertoe zou leiden dat scholen de btw op de
aanschaf van de zonnepanelen niet meer in aftrek kunnen brengen. Dat zou dus nadelig zijn voor
scholen.
Vraag 5
Ligt het niet in de rede – mede omdat het kabinet achterloopt bij de opvolging van het bindende
Urgenda-vonnis – maar ook omdat dit misschien niet in de letter, maar wel in de geest van de
aangenomen motie Van der Lee en Dik-Faber 3) past, dat scholen voortaan worden vrijgesteld van
het afdragen van btw over de stroom die ze terugleveren aan het net? En bent u bereid dit
mogelijk te maken?
Vraag 6
Zo ja, per wanneer gaat u er zorg voor dragen dat deze btw-afdracht voor scholen, voor een
activiteit die in het licht van de aanpak van klimaatverandering zeer gewenst is, komt te vervallen?
Vraag 7
Zo nee, waarom niet? kunt u dan tevens aangeven welke stappen er in juridische dan wel politieke
zin nodig zouden zijn opdat de Kamer kan besluiten om dit voor scholen in de toekomst alsnog te
gaan regelen?
Antwoord vragen 5, 6 en 7
Voor scholen die aan de eisen van de regeling voldoen biedt de nieuwe KOR vanaf 2020 een
mogelijkheid tot vrijstelling zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3, waardoor ze geen btw over
de levering van stroom hoeven te betalen en geen aangifte hoeven te doen. Een vrijstelling voor de
netleveringen door alle scholen is niet mogelijk. De Nederlandse Wet OB is gebaseerd op en
gebonden aan de Europese Btw-richtlijn, die hiervoor geen ruimte biedt. Zoals toegelicht in het
antwoord op vraag 4 zou zo’n vrijstelling bovendien het nadelige effect hebben van een
aftrekuitsluiting voor de btw op de aanschafkosten van de zonnepanelen.
Vraag 8
Is het juist, zoals in het genoemde bericht wordt vermeld, dat de Belastingdienst nu uitgaat van
een door scholenkoepel PCBO Tytsjerksteradiel in een rechtszaak bevochten lijn, die scholen veel
administratieve lasten scheelt als het gaat om het bepalen van de stroom die wordt teruggeleverd
(en waarover btw verschuldigd is)?
Antwoord vraag 8
In de rechtszaak waarnaar wordt verwezen heeft de rechter in navolging van het standpunt van de
Belastingdienst beslist dat een school rekening moet houden met het eigen gebruik van
zonnepanelen voor het onderwijs. Omdat dit gebruik geen recht geeft op aftrek van voorbelasting,
kan de school niet alle voorbelasting op de aanschaf van zonnepanelen in aftrek brengen. De aftrek
is beperkt tot het gedeelte van de voorbelasting dat toerekenbaar is aan de met btw belaste
netleveringen. Hoe groot dit gedeelte is moet voor iedere ondernemer individueel worden bepaald
aan de hand van de feiten en omstandigheden. Dit was en is de lijn van de Belastingdienst.
Vraag 9
Wat doet de Belastingdienst eraan om er voor te zorgen dat alle inspecteurs op zijn minst deze lijn
volgen?
Antwoord vraag 9
De lijn zoals toegelicht in het antwoord op vraag 8 betreft reguliere toepassing van wet en
rechtspraak waaraan alle inspecteurs zijn gebonden. Verder draagt de Belastingdienst zorg voor
landelijke coördinatie van beleid en uitvoering langs de reguliere lijnen en structuren van de
interne organisatie.
Vraag 10
Kan voor scholen (en andere instituten met niet-economische prestaties) eventueel een forfaitaire
regeling in het leven worden geroepen, gelijksoortig aan die voor particulieren, aangezien dat de
administratieve organisatie erg zou vereenvoudigen?
Antwoord vraag 10
De sinds 1 januari 2020 gewijzigde KOR kan voor scholen een aanzienlijke administratieve
lastenverlichting betekenen. Voor scholen die de KOR niet willen of kunnen toepassen speelt geen
bijzondere problematiek die een forfait rechtvaardigt voor de bepaling van de mate van aftrek.
Iedere ondernemer die zowel belaste als vrijgestelde of onbelaste prestaties verricht dient rekening
te houden met een gedeeltelijke aftrekuitsluiting voor de btw op zijn investeringen en kosten. Het
forfait voor particuliere zonnepaneelhouders ziet ook niet op de bepaling van de (gedeeltelijke)
aftrek, maar betreft de verschuldigde btw over de netleveringen en het eigen privégebruik.
Vraag 11
Werkt u, wellicht mede in reactie op het finale Urgenda-vonnis, aan de voorbereiding van meer
verplichtend beleid om over alle school- en overheidsdaken (die dat kunnen dragen) een
programma van PV-installaties uit te rollen?
Antwoord vraag 11
Het kabinet zet er op in om het aandeel zon-PV op overheidsdaken en maatschappelijk vastgoed
(waaronder scholen) te vergroten. Het kabinet heeft in november 2019 een versnelling van de
uitrol van zon-PV op Rijksdaken aangekondigd in aanvulling op het lopende programma
Hernieuwbare energie op Rijks(waterstaat-)gronden (Kamerstuk 32813, nr. 403). Voor
maatschappelijk vastgoed wordt momenteel een onderzoek gedaan naar de knelpunten voor
verdere uitrol. Het kabinet voorziet echter geen verplichtend beleid om school- en overheidsdaken
van zonnepanelen te voorzien.
Vraag 12
Bent u bereid, als bewindslieden van het ministerie van Financiën en het ministerie van
Economische Zaken en Klimaat om een heldere landelijke regeling te ontwikkelen voor scholen en
verenigingen, waarin of een vrijstelling van btw-afdracht voor teruggeleverde stroom wordt
geregeld, of op zijn minst alles in het werk wordt gesteld om de administratieve last van die btwafdracht zo minimaal mogelijk te houden?
Antwoord vraag 12
Zie het antwoord op vragen 5, 6 en 7.